Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo vergaderde hij de priesteren en de Levieten, en zeide tot hen: Trekt uit tot de steden van Juda, en vergadert geld van het ganse [6]Israel, om het huis uws Gods te [7]beteren [8]van jaar tot jaar; en gijlieden, haast [9]tot deze zaak; maar de Levieten haastten niet. 6. Versta, de Israelieten, die onder het gebied van Juda stonden. Zie boven, hfdst.15 vs.17, en hfdst.21 vs.2. 7. Hebreeuws, sterken; dat is vernieuwen, gelijk vs.4. Alzo 2 Kon.12:5,6, en onder, vs.12. 8. Dewijl het in een jaar niet kon vermaakt worden; of dat de reparatie alle jaar moest geschieden. 9. Hebreeuws, tot dit woord.